Mireille is vastbesloten om meer zichtbaarheid te geven aan organisaties uit de kunst en cultuursector. Samen met onderwijskundige Lotte Benard gaat ze in gesprek over hun visie en delen ze praktische tips over de rol van kunst en cultuur in het onderwijs.
Mireille: Ik vind het erg leuk om met mijn blik vanuit de kunst-cultuur sector meer te ontdekken over de onderwijssector. ”
Lotte: Ik snap dat kunst- en cultuurvakken in het huidige onderwijsklimaat vaak wat naar de achtergrond verschuiven, zeker met een overvol curriculum en de nadruk op basisvaardigheden zoals taal, rekenen en burgerschap.
Maar kunst- en cultuurvakken zijn ook belangrijk, juist omdat ze andere vaardigheden aanspreken die we vaak over het hoofd zien. Ze dragen bij aan de sociaal-emotionele ontwikkeling, het zelfvertrouwen, en het stimuleren van creativiteit en probleemoplossend denken.
Terwijl taal en rekenen vooral gericht is op kennis overbrengen, helpen kunst- en cultuurvakken leerlingen om hun identiteit te ontdekken en hun eigen plek in de wereld te vinden. Dus hoewel de basisvaardigheden van het nieuwe kabinet nu ‘absolute prioriteit’ krijgen, het ook belangrijk dat we ruimte blijven bieden voor vakken waar kinderen zich creatief kunnen uiten en zichzelf op een andere manier kunnen uitdagen.
Mireille: “Door mijn studie aan Design Academy, Eindhoven ben ik bekend geraakt met ambachtelijke vakken, kunsttheorie en kunstgeschiedenis. Hier leerde ik dat in Finland meer een praktische benadering van kunst en cultuureducatie hanteert. Creatieve vakken, zoals beeldende kunst, handwerk (waaronder textielwerk en houtbewerking), en muziek zijn stevig verankerd in het curriculum van de basis- en middelbare school.
Zoals de Zweedse onderwijsmethode "Slöjd” (textiel- en houtbewerking). Heel inspirerend vind ik dat! Juist omdat er zoveel kinderen zijn die meer talent hebben voor die vakken dan bijvoorbeeld voor taal en rekenen.
Wat Finland ook zo bijzonder maakt, is dat ambachtelijke vakken verplicht blijven tot een later stadium in het onderwijs. Dit zorgt ervoor dat kinderen zowel hun cognitieve als praktische vaardigheden blijven ontwikkelen, iets wat vaak in Nederland vanaf de middelbare school minder wordt benadrukt. “
En daarom vind ik het zo interessant om organisaties in de kunst- en cultuursector te kunnen ondersteunen hoe zij relevant zijn voor het onderwijs. Ik denk hierbij aan musea en theater, monumenten en archeologie, stedenbouw en (landschap)architectuur en bibliotheken en mediakunst.
Lotte: Er zijn best wel wat mogelijkheden om kunst en cultuur beter toegankelijk te maken, ook al is er minder ruimte in het curriculum. Scholen en culturele instellingen kunnen bijvoorbeeld samenwerken in projecten buiten de reguliere lesuren, zoals projectweken of kunstzinnige workshops.
Kunstinstellingen kunnen kunsteducatie bovendien koppelen aan de basisvaardigheden: bijvoorbeeld een theaterworkshop waarbij taalvaardigheid centraal staat, of een rekenproject met architectuur als uitgangspunt. Zo zorg je ervoor dat kunst en cultuur niet worden gezien als een ‘extraatje’, maar juist als iets dat bijdraagt aan de ontwikkeling van de basisvaardigheden van leerlingen. Als relatie van scholen is het dus ook interessant om aansluiting hierbij te vinden en verder te kijken.
Mireille: We hebben laatst onderzoek gedaan naar behoeften van onderwijsprofessionals op het gebied van culturele uitstapjes. Daaruit blijkt dat onderwijsprofessionals het belangrijk vinden dat uitstapjes aansluiten bij het curriculum.
Scholen hebben vaak beperkte budgetten, waarbij naast het uitstapje ook de reiskosten een grote rol spelen. Door digitale alternatieven zoals virtuele tours of online kunstlessen aan te bieden, kun je inspelen op scholen die vanwege beperkte tijd of middelen moeite hebben om fysieke uitstapjes te organiseren. Zo kunnen leerlingen toch in aanraking komen met kunst en cultuur, ook als er minder tijd of middelen zijn voor fysieke uitstapjes.
“Uit ons onderzoek blijkt dat onderwijsprofessionals het belangrijk vinden dat uitstapjes aansluiten bij de kerndoelen en het curriculum.”
Lotte: Daarbij is het wel belangrijk dat dit digitale bezoek een aanvulling is op en niet als vervanging voor de fysieke ervaring. Musea, theaters en andere culturele instellingen bieden unieke leermogelijkheden die verder gaan dan wat in een klaslokaal mogelijk is. Ze maken het mogelijk om onderwerpen tastbaar te maken door leerlingen in contact te brengen met originele kunstwerken, historische objecten of levendige voorstellingen. Deze ervaringen zijn vaak veel krachtiger dan alleen theorie uit een boek. Bovendien bieden culturele instellingen een context die het leren verdiept en leerlingen uitdaagt om anders naar de wereld te kijken.
Mireille: Die realiteit kun je niet volledig vervangen door een scherm. Het is dus een kwestie van slimme combinaties maken en digitale middelen gebruiken om leerlingen voor te bereiden op de echte ervaring, of om het maakproces te starten d.m.v. digitale input.
Vind je het leuk om meer te weten over onze visie? Of ben je benieuwd naar onze ideeën over hoe je als culturele instelling het onderwijs kan bereiken?