De Nederlandse overheid geeft scholen geld om de ontwikkeling van leerlingen te ondersteunen. Scholen hebben gemeenschappelijk een budget van ongeveer 50 miljard (OCW in cijfers, 2022). In dit artikel bespreken we hoe het onderwijs aan financiën komt en deze besteed.
De leerlingtellingen op de eerste dag van elke maand spelen een belangrijke rol in de bekostiging van schoolorganisaties. Op basis daarvan wordt bepaald hoeveel geld een school ontvangt. Vooral de tellingen van 1 februari en 1 oktober zijn van groot belang voor het geld dat scholen ontvangen.
Op 1 februari wordt bepaald hoeveel geld de schoolorganisatie krijgt in het kalenderjaar erna. Op 1 oktober wordt gekeken hoeveel geld het ministerie van Financiën moet reserveren voor de gehele sector.
In dit artikel bespraken de ontwikkelingen uit het regeerakkoord en wat je moet weten als relatie van school. Scholen besteden op basis van de wettelijke opdracht geld en aandacht aan leermiddelen, programma’s, materiaal en werknemers (de onderwijsprofessionals). We beschrijven enkele gebieden waar scholen nog meer aan uitbesteden:
Investeringen om digitale leermiddelen te integreren, online onderwijs te verbeteren en leraren te ondersteunen bij het gebruik van digitale tools voor effectief leren.
Ondersteuning bieden aan leraren door middel van professionele ontwikkeling, mentorprogramma's en mogelijkheden voor interdisciplinaire samenwerking om de onderwijskwaliteit te verbeteren en om te gaan met diversiteit in de klas.
Het bevorderen van het welzijn van zowel leerlingen als leraren door middel van programma's voor geestelijke gezondheid, toegang tot zorg en preventieve maatregelen om stress en burn-out te verminderen.
Het ontwikkelen van gepersonaliseerde leertrajecten die aansluiten bij de individuele behoeften en interesses van leerlingen, en het verzorgen van gelijke toegang tot onderwijs voor alle leerlingen, ongeacht achtergrond of capaciteiten.
Vaardigheden zoals kritisch denken, probleemoplossend vermogen, digitale geletterdheid, samenwerking en creativiteit in het curriculum opnemen.
Het bevorderen van bewustwording en begrip van duurzaamheidskwesties door middel van curriculumintegratie, groene initiatieven op schoolniveau en buitenschoolse activiteiten gericht op milieueducatie.
Het verbeteren van schoolgebouwen, klaslokalen en voorzieningen, up-to-date leermiddelen en materialen die aansluiten op de behoeften.
Het stimuleren van samenwerking tussen onderwijsinstellingen, bedrijven, maatschappelijke organisaties en overheden om krachten en middelen te bundelen.
In het po krijgen schoolbesturen één vast bedrag per leerling en per school (lumpsum). Daardoor ontvangen scholen met meer leerlingen meer geld. Hoeveel geld een school krijgt, hangt af van het leerlingaantal op 1 februari van het jaar ervoor.
Er gaat ongeveer €14 miljard naar scholen in het po. Voor het beheer van deze financiën zijn besturen en scholen verantwoordelijk, waarvoor zij jaarlijks een financieel beleid uitbrengen. De Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op hoe scholen dit geld uitgeven en of zij voldoen aan de wet.
Schoolbesturen van het vo krijgen ook één budget om basisbehoeften te bekostigen. Hiervoor wordt het aantal leerlingen van een school geteld op 1 oktober (van het vorige kalenderjaar). De hoogte van het bedrag verschilt per groep. Sommige groepen, zoals het praktijkonderwijs, hebben meer begeleiding nodig en hebben recht op een hoger bedrag.
Wanneer schoolbesturen meer scholen onder zich hebben krijgen zij één bedrag voor de schoolstichting, waarvoor zij zelf beslissen hoe dit onder de vestigingen wordt verdeeld. Ook krijgen middelbare scholen extra middelen via aanvullende regelingen. Deze bedragen samen vormen het lumpsum budget.
Doelfinanciering
Doelfinancieringen zijn financiële middelen voor specifieke doeleinden of programma's, die volgens vastgestelde richtlijnen of voorwaarden besteed moeten worden. Dit kan afkomstig zijn van overheidsbronnen, subsidies of donaties.
Zo heeft de subsidieregeling verbeteren basisvaardigheden 2024 als doel ervoor te zorgen dat:
Doelfinancieringen zijn vaak beperkt tot een korte periode, wat lange termijnplanning uitdagend kan maken.
Elk schoolbestuur bepaalt zelf of de begroting per schooljaar of kalenderjaar wordt opgesteld. Het is wel relevant om in gedachten te houden dat de beslissingsstructuur complex is. Zo praat de MR bijvoorbeeld ook mee over het meerjarig financieel beleid zonder dat zij hier uiteindelijk beslissingsbevoegdheid over hebben. Voor dit beleid speelt het jaarverslag ook een rol, aangezien het belangrijk is om te weten wat er het afgelopen jaar goed en minder goed is gegaan. Daarin staat ook de financiële verantwoording: waar heeft de school daadwerkelijk geld aan besteed.
De planning (bij een kalenderjaarbegroting) ziet er als volgt uit:
Binnen het onderwijs zijn er veel extra regelingen. Voor jouw strategie kan het nuttig zijn om hiervan op de hoogte te zijn, zodat jij hierop in kan spelen. Daarnaast is het van belang te communiceren voordat de budgetten rond zijn.